Nieuws

Blauwtong is een virusziekte die voornamelijk voorkomt bij schapen. De ziekte is vernoemd naar een van de symptomen die als gevolg ervan kan optreden, namelijk de blauwe tong die dieren kunnen krijgen, wat veroorzaakt wordt door cyanose. Naast schapen kunnen ook rundvee, geiten, dromedarissen, buffels en wilde herkauwers besmet worden met het blauwtongvirus.Het middel om homeopathisch te ontstoren is er. Er wordt een kuur gegeven in verschillende doseringen om zo de oorzaak aan te pakken.

De Lindebloesem

Homeopathic Detox                              

Met Homeopathic Detox  kunnen allerlei klachten van chronische ziekten worden behandeld. Homeopathic Detox  behaalt vaak een aanzienlijke verbetering van de aanwezige klachten. Stabilisering van de klachten, maar ook volledige genezing behoort zeker tot de resultaten.

Hierbij wordt gewerkt met homeopathische geneesmiddelen in combinatie van orthomoleculaire voedingssupplementen die het reinigingsproces ondersteunen.

Met Homeopathic Detox kunnen langdurig bestaande klachten zoals: astma, eczeem, migraine, ziekte van Lyme, fibromyalgia, depressie, autisme, PMS, ADHD/ADD en de gevolgen van vaccinatie sterk verbeteren.

Voorbeelden van belastende stoffen zijn: de pil, hormoonspiraal, verdoving bij operatie en tandheelkundige behandeling, antibiotica, vaccinaties, pijnstillers, verf- en oplosmiddelen, verdovende middelen en omgevingsvervuiling.

Henriëtte Janssen Klassiek Homeopaat en Homeopathisch Detox Therapeut

 De Lindebloesem

Latest News:

12 August 2015

Two new studies show the potential for homeopathy to play an active role in reducing the use of antibiotics and antimicrobial resistance

 

Two recent trials further demonstrate the potential of homeopathic
treatment in acute upper respiratory tract infections (URTIs)and thereby contribute to reducing antibiotic use and antimicrobial resistance.The first trial published in Pulmonary Pharmacology and Therapeutics in 2014 was a randomized  double-blind placebo controlled trial involving the use of homeopathic medicine for acute cough in upper respiratory tract infections and acute bronchitis.

Eighty patients were randomized to receive placebo (n = 40) or the homeopathic syrup (n = 40). All patients completed the study. In each group cough scores decreased over time, however, after 4 and 7 days of treatment, cough severity was significantly lower in the homeopathic group than in the placebo one (p < 0.001 and p = 0.023, respectively). Sputum was collected from 53 patients: in both groups its viscosity significantly decreased after 4 days of treatment (p < 0.001); however, viscosity was significantly lower in the homeopathic group (p = 0.018). Instead, the subjective evaluation did not significantly differ between the two groups (p = 0.059). No adverse events related to any treatment were reported.  The researchers concluded that the homeopathic syrup employed in the study was able to effectively reduce cough severity and sputum viscosity, thereby representing a valid remedy for the management of acute cough induced by URTIs.
http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S1094553913001259

The same team have now followed up with a real-life preliminary observational study in a pediatric population published in Multidisciplinary Respiratory Medicine comparing those who received homeopathic treatment versus those who received homeopathic treatment plus antibiotic.  The aims were: 1) to assess whether the addition of antibiotics to a symptomatic treatment had a role in reducing the severity and duration of acute cough in a pediatric population, as well as in improving cough resolution; 2) to verify the safety of the two treatments.

Eighty-five children were enrolled in an open study: 46 children received homeopathic syrup alone for 10 days and 39 children received homeopathic syrup for 10 days plus oral antibiotic treatment (amoxicillin/clavulanate, clarithromycin, and erythromycin) for 7 days. To assess cough severity they used a subjective verbal category-descriptive (VCD) scale.

The results of the study showed that both groups responded similarly to the two courses of treatment.
However, two children (4.3 %) reported adverse effects in the group treated with the homeopathic syrup alone, versus 9 children (23.1 %) in the group treated with the homeopathic syrup plus antibiotics (P = 0.020).

The researchers conclude from the data that the homeopathic treatment in question has potential benefits for cough in children as well, and highlight the strong safety profile of this treatment. Additional antibiotic prescription was not associated with a greater cough reduction, and presented more adverse events than the homeopathic syrup alone.
http://www.mrmjournal.com/content/10/1/25

De Lindebloesem

Bio-energetisch Peter Dros

Amalgaambelasting

In de geneeskunde is het specialisme tandheelkunde het vakgebied dat het meeste gebruik maakt van lichaamsvreemde stoffen. Eén van deze stoffen is het vulmiddel amalgaam. Het grootste gedeelte ervan bestaat uit kwik (50 %). De rest wordt ingenomen door de metalen koper, zink, zilver en tin. Al vanaf de invoering van dit materiaal in de tandheelkunde in 1829 is kwik ervan verdacht geweest de gezondheid te schaden. In de twintiger jaren heeft de chemicus Stock er felle kritiek op geuit. Nooit is het echter tot een verbod gekomen, simpelweg omdat het materiaal technisch voldeed, de literatuur erover geen houvast gaf en er geen goede alternatieven voorhanden waren.

De amalgaam problematiek speelt zich in alle landen af. De laatste jaren zijn in Nederland, als gevolg van de milieubewuste motieven maatregelen genomen die wijzen op het gevaar van amalgaam. De tandartsen is de plicht opgelegd een filter in de praktijk in te bouwen, zodat er geen amalgaam meer in het milieu kan komen.

Kwik, een neurotoxisch gif.
Al lang is bekend dat het metaal kwik een neurotoxisch gif is dat verlammingsverschijnselen kan veroorzaken.
De laatste jaren is de hoeveelheid literatuur die wijst op de gevaren van amalgaam drastisch toegenomen. Dit in combinatie met de vele patiënten die hun klachten zien verminderen of verdwijnen na amalgaam verwijdering, geeft reden genoeg om amalgaam als oorzaak te zien van vele ziektesymptomen.

Het aantonen van amalgaambelasting.
Diagnostieken als electro-acupunctuur, kinesiologie of de Vega test zijn in staat om aan te tonen dat er een amalgaambelasting aanwezig is. Ook kan dit worden gedaan met een DMPS urine provocatietest. Resultaten uit vele praktijken geven aan dat tien tot twintig procent van de patiënten een amalgaambelasting heeft. Deze belasting met amalgaam kan een hoofdrol spelen of mede een oorzaak zijn van vele klachten.

Een batterij in de mond
De reden dat kwik een schadelijke werking kan uitoefenen is gelegen in het feit dat in de mond een batterij aanwezig is. Immers, in amalgaam zitten vijf verschillende metalen en in de mond is speeksel dat als elektrolyt functioneert. Hiermee is aan alle voorwaarden voldaan voor batterijvorming. Een gevolg hiervan is corrosie, die in de mond goed zichtbaar is. Hierdoor komt een kwikionen transport op gang en deze ionen zetten zich vast in het bindweefsel en binden zich aan eiwitten. Bacterien en andere microorganismen zijn in staat om deze anorganische kwikverbindingen ( inactief ) om te zetten in organisch kwik ( actief ). Er worden dan zgn. supertoxinen gevormd die de mitochondrien functie nadelig beinvloed. Mitochondrien zijn de energiecentrales van onze lichaamscellen. Ook worden belangrijke stofwisselingsprocessen door blokkade van enzymen verstoord waardoor de energiehuishouding van onze lichaamscellen wordt getroffen. Een en ander kan lijden tot immunologische afweerreacties van de betreffende weefsels. Dit leidt tot een verslakking van dit weefsel: de organen gaan minder goed functioneren. Een vorm van vergiftiging dus!

Een ander gevolg van de batterijwerking zijn de zogenaamde amalgaam tatoeages, donkere vlekken in het slijmvlies van de mond, meestal in de buurt van de tanden en kiezen. Dit komt bij ongeveer acht procent van de mensen voor en is een aanwijzing voor elektrische activiteit

Om blijvend van een amalgaambelasting af te komen dienen enerzijds de amalgaamvullingen te worden verwijderd en anderzijds de kwikionen te worden uitgescheiden door het lichaam. Hiervoor dienen supplementen te worden ingenomen om de lever in staat te stellen de metaalionen te binden aan de gal en uit te scheiden via de ontlasting.

Een overzicht van de symptomen van (waarschijnlijke) amalgaamvergiftiging:
• Mond: bloedend tandvlees, knarsetanden, tongbranden, droge mond, metaalsmaak.
• Allergieën: contacteczeem, voedingsallergieën, hooikoorts, neurodermitis ( huiduitslag ), astma of chronische bronchitis.
• Chronische ontstekingen: neus, bijholten, keelgebied, hoofdpijn of migraine, duizeligheid, lage bloeddruk, moeheid, initiatiefloos, concentratiestoringen, depressies, nervositeit, slapeloosheid, trillen, visusstoringen, tinnitus, hartkloppingen, overmatig zweten, rugklachten, reuma, haaruitval, mictieproblemen, obstipatie, neiging tot diarree en oogontstekingen.

Onze werkwijze
Met behulp van het Mindlink/Preventest systeem kan worden vastgesteld of er een amalgaambelasting is, en welke supplementen ter ontgifting nodig zijn.Daarna vindt vervanging plaats van de vullingen per kaakhelft met gebruik van rubberdam en clean-up afzuiging.
De tanden en kiezen kunnen met composiet, porselein, zirkonium of estenia worden hersteld.
 De Lindebloesem

http://www.earth-matters.nl/5/8431/gezondheid/medicijngebruik-versus-homeopathie

Medicijngebruik versus Homeopathie door Ellen Vader 7-10-2013

Homeopathy

Aantal slachtoffers medicijnen:

300.000 slachtoffers per jaar. Dat is de dodentol die medicijnen-op-voorschrift alleen al in de Verenigde Staten jaarlijks eisen. Slachtoffers van een plots overlijden blijken steeds vaker onder de zware medicijnen te zitten. In Amerika is de sterfte door misbruik van medicijnen zelfs doodsoorzaak nummer één. Ook in ons land is het aantal sterfgevallen door medicijnen sterk toegenomen’, zegt toxicoloog Jan Tytgat van de KU Leuven. Tytgat voert op vraag van het gerecht geregeld lijkschouwingen uit op mensen die zonder aanwijsbare reden overleden zijn en stelde vast dat steeds meer slachtoffers onder de slaapmiddelen, kalmeermiddelen, stimulantia, antidepressiva en antipsychotica zitten. www.klassiekehomeopathie.nl/medicijnen-maken-steeds-meer-doden
Enkele bijkomende cijfertjes:
Frankrijk: Per jaar belanden zo’n 140.000 personen in het ziekenhuis vanwege ongewenste bijwerkingen van medicijnen. Nederland: Ieder jaar belanden er ruim 40.000 mensen in het ziekenhuis omdat ze verkeerde medicijnen of een gevaarlijke combinatie of dosis van pillen slikken. Ruim1200 patiënten overleven een dergelijke misser niet. 1800 mensen blijven last houden, ook na ontslag uit het ziekenhuis.  België: Geen gegevens beschikbaar (te vergelijken met het ontbreken van officiële statistieken aangaande medische fouten ? Men weet niet wat er waar fout gaat, hoe vaak en in welke omstandigheden, om de heel eenvoudige reden dat er nog geen systematisch onderzoek werd gedaan). Europa: Jaarlijks sterven 194.500 Europeanen aan de medicijnen die hen hadden moeten genezen (niet geupdate cijfers 2009): het gebruik van verkeerde geneesmiddelen, het verkeerd gebruik van de juiste geneesmiddelen, over- en onderdosering, niet-gebruik en ongewenste nevenwerkingen. Dat berekende de Pharmaceutical Group of the European Union (PGEU) in hun rapport ‘Targetting adherence’ (dit rapport is inmiddels verwijderd van het net).
Aantal slachtoffers homeopathie: n.v.t. (!)

En ook niet onbelangrijk: noemde de WHO homeopathie niet DE remedie van de 21ste eeuw? Bron: Status of Homeopathy Worldwide – May 21, 2011 drnancymalik.wordpress.com/article/status-of-homeopathy

De Lindebloesem

Persbericht PPCG 30-10-2012

Patiënt wenst ‘geïntegreerde zorg’: regulier en complementair gecombineerd Patiënten willen dat huisartsen een combinatie van reguliere en complementaire zorg toepassen. Dat blijkt uit een onderzoek onder volwassenen met chronische gewrichtsklachten. De onderzoeksresultaten werden op 4 oktober gepresenteerd op het congres Heel de Mens in Utrecht. Aan respondenten is onder meer gevraagd of zij complementaire behandelwijzen gebruiken voor hun huidige klachten en hoe zij de rol van de huisarts zien. Huisarts heeft taak bij informatie over complementaire zorg Het onderzoek heeft plaatsgevonden bij een representatieve groep volwassenen met chronische gewrichtsklachten. Bij klachten als artrose, reuma en fibromyalgie gaan patiënten nu vaak op eigen initiatief op zoek naar complementaire behandelwijzen, zoals acupunctuur en osteopathie. Slechts één derde bespreekt dit actief met de eigen huisarts. Uit het onderzoek blijkt dat 92% van de patiënten wenst dat de huisarts het initiatief neemt om hen te informeren over de mogelijkheid van complementaire behandelwijzen. Zelfs bij de groep respondenten die géén gebruik maakt van deze behandelwijzen, wil 74% dat de huisarts hen ook wijst op de mogelijkheid van complementaire zorg. Geïntegreerde benadering: ‘het beste uit twee werelden’ Uit het onderzoek blijkt dat 86% van de patiënten met gewrichtsklachten al gebruik maakt van complementaire behandelwijzen. Het gaat dan vooral om osteopathie, acupunctuur, homeopathische geneesmiddelen of natuurgeneeskunde. Voornaamste redenen voor het gebruik zijn ‘het vertrouwen in de integrale aanpak’, ‘goede verhalen over complementaire behandelwijzen gehoord’ en ‘de wens om een behandeling te krijgen vanuit een andere kijk op gezondheid’. Patiënten verwachten het ‘beste uit twee werelden’ te krijgen als de huisarts een geïntegreerde benadering volgt. “In tegenstelling tot vroeger zie je dat patiënten nu vanuit een positieve motivatie reguliere en complementaire behandelwijzen willen combineren. Tien jaar geleden gingen patiënten voornamelijk nog uit onvrede op zoek naar alternatieven”, stelt Ruth Seldenrijk, voorzitter van de PPCG. Dit komt overeen met eerdere bevindingen van het Nederlands Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL). Over PPCG PPCG is het Patiëntenplatform voor Complementaire Gezondheidszorg waarbij diverse patiëntenverenigingen zijn aangesloten. Dit onderzoek is uitgevoerd door het van Praag Instituut, Louis Bolk Instituut en Zorgbelang Groningen in opdracht van PPCG, en gefinancierd door VWS via Fonds PGO. Het onderzoek is in samenwerking met de Reumapatiëntenbond en zorgverzekeraar Menzis opgezet. Artikel gepubliceerd in wetenschappelijk tijdschrift: Patient, education and counseling. Posted By Frits Kranenbarg.